Coffeeshop achterdeur

Gedoogbeleid softdrugs en coffeeshops

‘Coffeeshops’ zijn alcoholvrije horecagelegenheden waar handel in en gebruik van softdrugs plaatsvindt. Omdat softdrugs minder schadelijk zijn voor de gezondheid dan harddrugs, gelden hiervoor andere regels. Coffeeshops kunnen onder strenge voorwaarden wiet en hasj verkopen. Zij worden daarvoor niet strafrechtelijk vervolgd. Het bezit van softdrugs is dus wel strafbaar, maar er wordt niet tegen opgetreden. Dit is de essentie van het zogenaamde gedoogbeleid. Het Openbaar Ministerie hanteert sinds 1991 dit gedoogbeleid. Het beleid is neergelegd in de Aanwijzing OpiumwetUitgangspunt voor het coffeeshopbeleid is dat de verkoop van alcohol en de verkoop van soft drugs niet samen dienen te gaan. Redenen hiervoor zijn onder meer dat het te controleren segment van economische bedrijvigheid wordt versmald. Tevens wordt bevorderd dat een beperkter publiek wordt geconfronteerd met (soft)drugs. De gemeente beschikt over instrumenten om de droge horeca te reguleren.

Het coffeeshopbeleid ten aanzien van affichering door coffeeshops op het internet wordt lokaal in het driehoeksoverleg besproken en vastgesteld. Het afficheringsverbod wordt daarmee bestuurlijk gefundeerd in het vergunningenbeleid, waardoor ook bestuursrechtelijke handhaving mogelijk wordt. Het expliciet tonen van of verwijzen naar prijslijsten voor softdrugs en het tonen van een opsomming en/of beschrijving van producten en/of afbeeldingen, ook als het via het internet geschiedt, is strafbaar ingevolge artikel 3b Opiumwet. 

Volgens de Aanwijzing Opiumwet wordt de handel van cannabis in coffeeshops gedoogd onder landelijk geldende voorwaarden: de AHOJGI-criteria.

AHOJGI-criteria

A: Geen affichering (reclame). Dit betekent geen reclame voor cannabis anders dan een bord op de gevel dat het hier een coffeeshop gaat (zie ook artikel 3b Opiumwet).
H: Geen harddrugs. Er mogen in een coffeeshop geen harddrugs worden verkocht.
O: Geen overlast. Onder overlast wordt onder meer verstaan: geluidshinder, vervuiling of rondhangende klanten in de omgeving van de coffeeshop.
J: Geen verkoop aan jongeren onder de 18 en geen toegang aan jongeren onder de 18 tot een coffeeshop.
G: Geen verkoop van grote hoeveelheden per klant per transactie. Coffeeshops mogen niet meer dan 5 gram per persoon per dag verkopen.
I: Geen toegang voor en verkoop aan anderen dan Ingezetenen van Nederland.

De softdrugs die als gevolg van deze gedoogde verkoop via de voordeur de coffeeshops verlaten, dienen echter wel te worden aangevoerd. Volgens het gedoogbeleid mag een coffeeshop slechts een halve kilo (500 gram) op voorraad hebben. Er wordt doorgaans echter veel meer dan 500 gram verkocht. Dit brengt een zogenoemde “achterdeurproblematiek” met zich mee, aangezien de exploitatie van een coffeeshop niet kan worden uitgevoerd zonder het aanhouden en aanvoeren van een zekere voorraad (‘stash’) vanuit een andere locatie. Dit levert veel problemen op in de praktijk.

Van Dijk Van der Meer Advocaten heeft ruime ervaring met advisering van en bijstand aan coffeeshophouders.

Waar rechtsbijstand?

Van Dijk Van der Meer Advocaten verleent door heel Nederland rechtsbijstand op politiebureaus en in rechtbanken en gerechtshoven. Wij procederen bij de rechtbanken in Alkmaar, Almelo, Amsterdam, Arnhem, Assen, Breda , Dordrecht, Den Haag, Groningen, Haarlem, ‘s-Hertogenbosch, Leeuwarden, Lelystad, Maastricht, Middelburg, Roermond, Rotterdam, Utrecht, Zutphen en Zwolle, de gerechtshoven in Amsterdam, Arnhem, Den Haag, ‘s-Hertogenbosch en Leeuwarden en de Hoge Raad der Nederlanden in Den Haag.

Wilt u meer inlichtingen over onze bijstand of wilt u direct bijstand in een lopende procedure? Neem contact met ons op.

Aangehouden of gedagvaard?

Wij zijn rechtstreeks bereikbaar via onze e-mailadressen en mobiele telefoonnummers zoals vermeld op onze contactpagina.

Direct een advocaat nodig?