Drugszaken (hennepteelt – import/export harddrugs)

Wat zijn drugsdelicten?

Productie, handel en bezit van drugs zijn in Nederland verboden. Het verbod van de gedragingen bezit, handel, verkoop, vervoer, vervaardiging etc. van drugs is opgenomen in de Opiumwet. De wetgever gebruikt zelf niet de term ‘drugs’, maar spreekt over ‘verdovende middelen’. De verboden verdovende middelen staan opgesomd in twee categorieën (lijsten). De Opiumwet onderscheidt verdovende middelen van lijst 1 en verdovende middelen van lijst 2:

  • Lijst 1 (harddrugs): drugs met een onaanvaardbaar risico voor de volksgezondheid . Bijvoorbeeld: cocaïne, speed, MDMA, amfetamine, LSD, heroïne.
  • Lijst 2 (softdrugs): drugs die in mindere mate schadelijk zijn voor de gezondheid. Bijvoorbeeld: hasj, wiet, andere hennepproducten en hallucinogene paddenstoelen, maar ook bepaalde slaap- en kalmeringsmiddelen.

De twee lijsten zijn door de wetgever gemaakt met het oog op de gebruiksrisico’s van de onderscheiden drugs en om een duidelijke scheiding tussen beide markten aan te brengen. De verkoop van cannabis, dat tot de lijst 2 middelen behoort, wordt gedoogd als dat plaatsvindt in een speciale verkooppunten in de vorm van coffeeshops (zie verder coffeeshop gedoogbeleid).

Drugsbezit is in beginsel een opzetdelict. Alleen wanneer de verdachte wist dat hij de drugs onder zijn bereik had, kan hij voor opzettelijk drugsbezit worden veroordeeld. In situaties als het vervoeren van drugs in een auto of tussen bagage in een koffer is het vaak de vraag aan wie de drugs toebehoren en of de verdachte wist van de aanwezigheid van drugs. Als dat niet kan worden vastgesteld moet vrijspraak volgen.

Wet

De verbodsbepalingen van lijst 1 middelen is opgenomen in artikel 2 van de Opiumwet. De verbodsbepalingen van lijst 2 middelen is opgenomen in artikel 3 van de Opiumwet. Het gaat in de eerste plaats om het verbod van invoer of uitvoer van drugs (drugssmokkel). Maar ook het telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren, aanwezig hebben en vervaardigen van zowel harddrugs en softdrugs zijn strafbare gedragingen.

Per 1 maart 2015 is het (betrekkelijk nieuwe) artikel 11a van de Opiumwet van kracht. Dit artikel stelt voorbereidingshandelingen van illegale hennepteelt strafbaar. Dit verbod biedt het Openbaar Ministerie en de politie de mogelijkheid strafrechtelijk in te grijpen, nog voordat er daadwerkelijk hennep wordt geteeld en hennepkwekerijen in werking zijn.

Hoe zit het met drugs voor eigen gebruik?

Het gebruik van drugs op zichzelf is niet strafbaar, maar het bezit dus wel. Om overlast te voorkomen, hebben gemeenten in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) opgenomen dat drugsgebruik in sommige gebieden wel strafbaar is. Op die plekken is het bijvoorbeeld niet toegestaan een joint te roken.

Aan de opsporing van bezit van kleine hoeveelheden drugs voor eigen gebruik wordt door het Openbaar Ministerie geen prioriteit gegeven. Normaal gesproken wordt bezit voor eigen gebruik van zowel harddrugs als softdrugs niet opgespoord en vervolgd. Met een gebruikshoeveelheid wordt bedoeld:

  • minder dan 5 gram bij softdrugs (hasj of wiet);
  • maximaal 5 hennepplanten;
  • maximaal een halve gram bij harddrugs (cocaïne, speed etc.);
  • 1 XTC pil en minder dan 5 ml GHB.

Als iemand een gebruikshoeveelheid bij zich heeft, kan de politie dit overigens wel in beslag nemen (sepot met afstand), maar de persoon krijgt in de regel geen boete. Het in beslag nemen wordt wel geregistreerd. De naam van de verdachte is dan bekend bij de politie maar degene krijgt geen strafblad. Wie meer dan een gebruikershoeveelheid op zak heeft, kan – afhankelijk van de hoeveelheid – een geldboete krijgen of zelfs een gevangenisstraf. Krijgt u van de officier van justitie een strafbeschikking aangeboden, dan adviseren wij u altijd eerst een advocaat te raadplegen en de strafbeschikking niet direct te betalen. Want ook een strafbeschikking wordt aangetekend in het Justitiële Documentatie register (lees: strafblad) en die aantekening kan problemen veroorzaken als u in de toekomt een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) nodig hebt voor bijvoorbeeld uw werk.

Welke (maximum) straf?

De artikelen 10 en 11 van de Opiumwet bevatten de sanctienorm voor de verboden neergelegd in de artikelen 2 en 3 van diezelfde wet. Bij het bepalen van de strafmaat houdt de rechter rekening met het soort gedraging (bezit, teelt, handel of smokkel), de hoeveelheid drugs en of de verdachte alleen opereerde of samenwerkte met anderen, al dan niet in een georganiseerd en/of bedrijfsmatig verband.

Het is op voorhand niet mogelijk te voorspellen hoe hoog een straf(eis) exact zal zijn. Wel bevat de Opiumwet maximumstraffen. De hoogte van de maximumstraf is afhankelijk van het soort gedraging:

  • In- en uitvoer van harddrugs wordt bedreigd met een gevangenisstraf van ten hoogte 12 jaren en/of een geldboete van de vijfde categorie;
  • Vervoeren van harddrugs wordt bedreigd met een gevangenisstraf van ten hoogste 8 jaren en/of een geldboete van de vijfde categorie;
  • Opzettelijk aanwezig hebben van harddrugs wordt bedreigd met een gevangenisstraf van ten hoogste 6 jaren en/of een geldboete van de vijfde categorie;
  • In- en uitvoer van softdrugs wordt bedreigd met een gevangenisstraf van ten hoogte 4 jaren en/of een geldboete van de vijfde categorie;
  • Vervoeren van softdrugs wordt bedreigd met een gevangenisstraf van ten hoogste 2 jaren en/of een geldboete van de vijfde categorie;
  • Opzettelijk aanwezig hebben van harddrugs wordt bedreigd met een gevangenisstraf van ten hoogste 2 jaren en/of een geldboete van de vijfde categorie;

Verder hebben rechters onderling een of meer Oriëntatiepunten voor straftoemeting vastgesteld, die kunnen dienen als indicatie voor de op te leggen straf. Dit is slechts een indicatie, omdat in iedere zaak persoonlijke omstandigheden, zoals een (vaste) baan, huis, het hebben van schulden en medische omstandigheden worden meegewogen bij de op te leggen straf.

De volgende factoren kunnen (strafverhogend- dan wel strafverlagend) een rol spelen bij de straftoemeting:

  • er is aantoonbaar sprake van bijzondere armoedige omstandigheden;
  • er is sprake van een dader die duidelijk is misbruikt door de organisatie (te denken valt bijvoorbeeld aan daders met een beperkte intelligentie/grote naïviteit);
  • het betrekken van anderen bij de smokkel (vrienden, familie);
  • gebruikmaken van een dekmantel (bijvoorbeeld veinzen deel uit te maken van muziek-/dansgezelschap).

Waar rechtsbijstand?

Van Dijk Van der Meer Advocaten verleent door heel Nederland rechtsbijstand op politiebureaus en in rechtbanken en gerechtshoven. Wij procederen bij de rechtbanken in Alkmaar, Almelo, Amsterdam, Arnhem, Assen, Breda , Dordrecht, Den Haag, Groningen, Haarlem, ‘s-Hertogenbosch, Leeuwarden, Lelystad, Maastricht, Middelburg, Roermond, Rotterdam, Utrecht, Zutphen en Zwolle, de gerechtshoven in Amsterdam, Arnhem, Den Haag, ‘s-Hertogenbosch en Leeuwarden en de Hoge Raad der Nederlanden in Den Haag.

Wilt u meer inlichtingen over onze bijstand of wilt u direct bijstand in een lopende procedure? Neem contact met ons op.

 

Aangehouden of gedagvaard?

Wij zijn rechtstreeks bereikbaar via onze e-mailadressen en mobiele telefoonnummers zoals vermeld op onze contactpagina.

Direct een advocaat nodig?