Verkeersstrafrecht

Wat is verkeersstrafrecht?

Verkeersstrafrecht is heel ingewikkeld, omdat er veel verschillende zaken zijn. Een kleine onoplettendheid in het verkeer kan verschrikkelijke gevolgen hebben, terwijl een grove verkeersfout zonder slachtoffers kan aflopen. De enkele omstandigheid dat een ongeval heeft plaatsgevonden is niet voldoende voor de conclusie dat sprake is van een verkeersdelict. Het is steeds afhankelijk van de concrete gedragingen die tot het ongeval hebben geleid.

Verkeersmisdrijven zijn ernstiger dan overtredingen. Tot verkeersmisdrijven wordt gerekend: rijden onder invloed van alcohol, rijden zonder geldig rijbewijs, verlaten van een plaats van ongeval, schuld aan een ernstig verkeersongeval (o.a. door roekeloosheid).

Verkeersovertredingen zijn minder ernstig dan verkeersmisdrijven. Denk hierbij aan een verkeersdeelnemer die een mobiele telefoon vasthoudt, snelheidsovertredingen, bumperkleven of rijden zonder verzekering.

Wet

Het verkeersstrafrecht is onderdeel van het verkeersrecht en het strafrecht. De Wegenverkeerswet 1994 (WVW) vormt de basis voor de regelgeving. De hoofdlijnen zijn nader uitgewerkt in een aantal ‘Algemene Maatregelen van Bestuur’ (AMvB). Een voorbeeld daarvan is het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV). In het RVV zijn de verkeersregels en verkeerstekens te vinden die in Nederland van toepassing zijn.

In algemene zin is er weinig te zeggen over de strafoplegging bij verkeersdelicten. De vraag in elke zaak zal steeds zijn of iemand het verkeersdelict heeft gepleegd en zo ja, in hoeverre dat hem of haar te verwijten is. De rechter moet hierbij oorzaak en gevolg van elkaar scheiden. Dat is vaak moeilijk te begrijpen, helemaal als er dodelijke slachtoffers zijn gevallen. Vaak is sprake van onherstelbaar leed. Dat leed is echter niet maatgevend voor de hoogte van de straf, maar de mate van schuld aan het ongeval. Naarmate de verwijtbaarheid groter is, wordt de straf ook hoger. Er is vrijwel nooit sprake van opzet in het verkeersstrafrecht, want een ongeluk – hoe gevaarlijk de concrete gedraging ook is geweest – is bijna altijd een niet gewild gevolg.

De term ‘roekeloos’ in het verkeersstrafrecht betekent iets anders dan ‘roekeloosheid’ in het dagelijkse spraakgebruik. De wetgever wilde met het etiket roekeloos bepaalde verkeersdelicten extra zwaar bestraffen. In de praktijk leidt het echter nogal eens tot misverstanden, omdat in de wet staat dat voor bepaalde overtredingen (zoals onder invloed van alcohol of te hard rijden, bumperkleven) al strafverhoging geldt. De Hoge Raad heeft daarom bepaald dat om iemand voor roekeloos rijden te kunnen veroordelen, er nog iets extra’s aan de hand moet zijn. Dat is bijvoorbeeld het geval bij een straatrace, kat-en-muisspellen of koste wat het kost vluchten voor de politie. Hier is maar heel soms sprake van (zie ook uitleg van de Hoge Raad: Roekeloosheid in het verkeer).

Welke (maximum) straf?

De straffen in verkeerszaken lopen nogal uiteen: de rechter kan, afhankelijk van wat hij bewezen acht, een boete, een taakstraf, ontzegging van de rijbevoegdheid tot een (voorwaardelijke) gevangenisstraf opleggen. Gaat het om een overtreding, dan volgt een relatief lichte straf: hoogstens 2 maanden hechtenis en geldboete van 3.900 euro. De maximale ontzegging van de rijbevoegdheid is 2 jaar. Is de bestuurder schuldig aan een dodelijk ongeluk dan kan de rechter een zwaardere straf opleggen: maximaal 9 jaar gevangenisstraf en geldboete van 20.250 euro.

Rechters hebben onderling – ook in verkeerszaken – oriëntatiepunten voor straftoemeting vastgesteld, die kunnen dienen als indicatie voor de op te leggen straf. Daarin staan tabellen voor bijvoorbeeld het veroorzaken van een verkeersongeval, rijden onder invloed van alcohol of drugs en rijden zonder rijbewijs. Dit is slechts een indicatie, omdat in iedere zaak persoonlijke omstandigheden, zoals een (vaste) baan, huis, het hebben van schulden en medische omstandigheden worden meegewogen bij de op te leggen straf.

Waar rechtsbijstand?

Van Dijk Van der Meer Advocaten verleent door heel Nederland rechtsbijstand op politiebureaus en in rechtbanken en gerechtshoven. Wij procederen bij de rechtbanken in Alkmaar, Almelo, Amsterdam, Arnhem, Assen, Breda , Dordrecht, Den Haag, Groningen, Haarlem, ‘s-Hertogenbosch, Leeuwarden, Lelystad, Maastricht, Middelburg, Roermond, Rotterdam, Utrecht, Zutphen en Zwolle, de gerechtshoven in Amsterdam, Arnhem, Den Haag, ‘s-Hertogenbosch en Leeuwarden en de Hoge Raad der Nederlanden in Den Haag.

Wilt u meer inlichtingen over onze bijstand of wilt u direct bijstand in een lopende procedure? Neem contact met ons op.

 

Aangehouden of gedagvaard?

Wij zijn rechtstreeks bereikbaar via onze e-mailadressen en mobiele telefoonnummers zoals vermeld op onze contactpagina.

Direct een advocaat nodig?