Efteling zaken: OM niet-ontvankelijk
De politierechter te Breda heeft vandaag het OM niet-ontvankelijk verklaard in de vervolging van vier dierenactivisten wegens schending van het vertrouwensbeginsel.
In april 2019 hebben vier dierenactivisten de parkshow De Raveleijn verstoord door met spandoeken te demonstreren. Daarop stonden de teksten: “Efteling wij accepteren geen dieren in shows” en “Efteling stop met paarden in brand steken”. De Efteling heeft daarop aangifte van belediging en smaad gedaan. Aan de dierenactivisten is toen door de officier van justitie 100 uren taakstraf opgelegd vanwege smaad(schrift). Tegen die straf zijn de activisten in verzet gegaan. Naar aanleiding van dat verzet heeft de officier van justitie telefonisch contact opgenomen met de advocaat van de activisten en meegedeeld dat zij de verdenking smaad zou laten vallen, maar uitsluitend een geldboete wilde opleggen voor “huisvredebreuk”. De verdediging heeft zich vandaag op het standpunt gesteld dat het openbaar ministerie in de vervolging van de verdachten niet-ontvankelijk verklaard dient te worden, omdat bij de verdachten door de mededelingen van officier van justitie het gerechtvaardigd vertrouwen is opgewekt dat zij niet meer vervolgd zouden worden vanwege smaad. De politierechter was het daarmee eens en vernietigde alle opgelegde stafbeschikkingen. Voor zover de oproep voor de zitting betrekking had op “huisvredebreuk” werd die oproep door de rechter nietig verklaard, omdat de officier van justitie heeft nagelaten een nieuwe strafbeschikking vanwege art. 138 (huisvredebreuk) op te leggen. Een wijziging van de eerste opgelegde strafbeschikking vanwege een ander feit is wettelijk niet toegestaan (art. 259, lid 9 Wetboek van strafvordering).
De slotsom is dat de dierenactivisten voor smaad vrijuit gaan en ook geen taakstraf hoeven uit te voeren.
De activisten worden bijgestaan door mr. Jan-Hein van Dijk